28. wijst op de toegenomen wereldwijde wedijver om hulpbronnen en "technologiemetalen"; benadrukt dat de politieke en technologische leiderspositie van Europa in mondiale duurzame ontwikkeling, de concurrentiepositie van de EU en het potentieel aan "groene banen" in de EU sterk afhangen van een betrouwbare aanvoer van deze ingevoerde hulpbronnen; vraagt dat er Europese meerwaarde wordt gecreëerd door de ontwikkeling van:
28. betont, dass sich der weltweite Wettstreit um Ressourcen und „Technologiemetalle“ zunehmend verschärft; unterstreicht, dass die politische und technologische Vorreiterrolle Europas bei der weltweiten nachhaltigen Entwicklung, die Wettbewerbsfähigkeit der EU und das Potenzial für „grüne“ Arbeitsplätze in der EU in hohem Maße von der sicheren Versorgung mit diesen importierten Rohstoffen abhängen; fordert, dass durch die Entwicklung folgender Konzepte ein europäischer Mehrwert geschaffen wird: