161. is van mening dat de lidstaten in hun programma’s voor plattelandsontwikkeling (POP’s) duidelijk moeten aangeven op welke gebieden en waarom overheidssteun no
odzakelijk is om de toegevoegde waarde van landbouwproducten te verhogen en het concurrentievermogen van de landbouw te verbeteren; vindt dat in de POP’s spe
cifieke en meetbare doelstellingen moeten worden bepaald met betrekking tot deze behoeften; dringt er bij de Commissie op a
an alleen die POP’s goed ...[+++] te keuren die onderbouwde en alomvattende strategieën bevatten met een duidelijke uiteenzetting van de redenen waaruit blijkt hoe de financiële steun aan de voedingsmiddelenindustrie het concurrentievermogen van de landbouw zal verbeteren; 161. vertritt die Auffassung, dass die Mitgliedstaaten in ihren Entwicklungsprogrammen für den ländlichen Raum (EPLR) klar ange
ben sollten, wo und warum eine öffentliche Intervention zur Erhöhung der Wertschöpfung bei landwirtschaftlichen Erzeugnissen und zur Verbesserung der Wettbewerbsfähigkeit der Landwirtschaft erforderlich ist; ist der Ansicht, dass die EPLR spezifische und messbare Ziele hinsichtlich dieser Erfordernisse setzen sollten; fordert die Kommission nachdrücklich auf, nur solche EPLR zu genehmigen, die begründete und umfassende Strategien enthalten, in deren Rahmen explizit dargelegt wird, wie die Beihilfen für die Nahr
...[+++]ungsmittelindustrie die Wettbewerbsfähigkeit der Landwirtschaft verbessern werden;