G. overwegende dat de democratische legitimiteit van economisch bestuur in het Europees semester vereist dat de parlementaire voorrechten op Europees en nationaal niveau evenals de voorrechten van de Commissie die zijn vastgelegd in de Verdragen en de Europese wetgeving, op waarachtige en toegewijde wijze worden gerespecteerd, afgezet tegen de trend van een toenemende ontparlementarisering en intergouvernementele cultuur van economische beleidsvoering op EU-niveau en op het niveau van de eurozone;
G. in der Erwägung, dass es die demokratische Legitimität der wirtschaftspolitischen Steuerung im Europäischen Semester erfordert, dass die parlamentarischen Vorrechte auf europäischer und nationalen Ebene sowie die Vorrechte der Europäischen Kommission gemäß den Verträgen und den Rechtsvorschriften der EU wirksam und explizit gewahrt werden und so der Tendenz einer wirtschaftspolitischen Beschlussfassung auf Ebene der EU und des Euro-Währungsgebiets, die zwischen den Regierungen einzelner Staaten und ohne Einbindung der Parlamente stattfindet, entgegengewirkt wird;