In zoverre het het meerderjarige kind dat met succes terzelfder tijd een vordering heeft ingesteld tot betwisting van het vaderschap en tot onderzoek naar het vaderschap niet toelaat de naam van zijn biologische vader te dragen, schendt artikel 335, § 3, van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde vóór de vervanging ervan bij artikel 2 van de wet van 8 mei 2014 « tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek met het oog op de invoering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen bij de wijze van naamsoverdracht aan het kind en aan de geadopteerde », de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Insofern er es dem minderjährigen Kind, das erfolgreich gleichzeitig eine Klage auf Anfechtung der Vaterschaft und auf Vaterschaftsermittlung erhoben hat, nicht erlaubt, den Namen seines biologischen Vaters zu tragen, verstößt Artikel 335 § 3 des Zivilgesetzbuches in der vor seiner Ersetzung durch Artikel 2 des Gesetzes vom 8. Mai 2014 « zur Abänderung des Zivilgesetzbuches im Hinblick auf die Gleichstellung von Mann und Frau bei der Weise der Namensübertragung auf das Kind und den Adoptierten » geltenden Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.