Toen de wetgever het bij de wet van 20 juli 1990 mogelijk heeft gemaakt aan de ex-echtgenoot een ouderdomspensioen toe te kennen op de leeftijd van 55 jaar, heeft hij zich bij die keuze laten leiden door de toen normaal geldende pensioenleeftijd van de verzekerde (Parl. St., Senaat, 1989-1990, nr. 944/1, p. 9).
Als der Gesetzgeber es durch das Gesetz vom 20. Juli 1990 ermöglicht hat, dem ehemaligen Ehepartner eine Alterspension im Alter von 55 Jahren zu gewähren, ist er bei dieser Entscheidung von dem damals normalerweise geltenden Pensionsalter des Versicherten ausgegangen (Parl. Dok., Senat, 1989-1990, Nr. 944/1, S. 9).