33. wijst er nog eens op dat de arme landen het minst tot de toenemende concentraties broeikasgassen in de atmosfeer hebben bijgedragen maar dat ze wel het meest kwetsbaar zijn voor de gevolgen van de klimaatverandering en over de geringste aanpassingcapaciteit beschikken;
33. erinnert daran, dass arme Länder am wenigsten zur steigenden Konzentration von Treibhausgasen in der Atmosphäre beitragen, den Auswirkungen des Klimawandels jedoch am stärksten ausgesetzt sind und die geringste Anpassungsfähigkeit aufweisen;