25. is verontwaardigd over het voorstel van het toenmalige voorzitterschap van de Raad wilde om een gemeenschappelijk kader voor regels met de Verenigde Staten vast te stellen voor de uitlevering van terrorismeverdachten, hetgeen wordt bevestigd door degenen die deelnamen aan het overleg dat op 3 mei 2006 in Brussel plaatsvond tussen COJUR en COTRA en hoge ambtenaren van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken;
25. bekundet seine Empörung über den Vorschlag, der vom damaligen Ratsvorsitz gemacht worden sein soll und der die Einrichtung eines gemeinsamen Rahmens mit den Vereinigten Staaten in Bezug auf Normen für die Überstellung von Terrorverdächtigen vorgesehen haben soll, wie dies von denjenigen bestätigt wird, die an der Sitzung der Arbeitsgruppe des Rates Internationales Öffentliches Recht (COJUR) und der Arbeitsgruppe Transatlantische Beziehungen (COTRA) mit Hohen Vertretern des US-Außenministeriums am 3. Mai 2006 in Brüssel teilgenommen hatten;