Zij zegden toe hun wetgeving te zullen aanpassen aan de toepasselijke internationale verdragen, zoals het Verdrag van Genève van 1951 betreffende de status van vluchtelingen en het Protocol van New York van 1967, alsmede aan het Verdrag van de VN uit 2000 ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit, met inbegrip van het Protocol inzake het smokkelen van migranten over land, door de lucht en over zee, en het Protocol ter voorkoming, beteugeling en bestraffing van de handel in mensen, met name vrouwen en kinderen.
Sie verpflichteten sich, ihre Rechtsvorschriften an einschlägige internationale Übereinkünfte anzugleichen, z. B. das Genfer Abkommen von 1951 über die Rechtstellung der Flüchtlinge und das New Yorker Protokoll von 1967 sowie das VN-Übereinkommen von 2000 gegen die grenzüberschreitende organisierte Kriminalität einschließlich des Protokolls gegen das Einschleusen von Migranten auf dem Land-, Luft- und Seeweg sowie des Protokolls zur Verhütung, Bekämpfung und Ahndung von Menschenhandel, insbesondere von Frauen- und Kinderhandel.