1. Met het oog op de toepassing van artikel 18, lid 1, onder p), van deze verordening, dienen de lidstaten uiterlijk op 31 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar vanaf wanneer het werkprogramma van toepassing wordt, overeenkomstig artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 199/2008 langs elektronische weg werkprogramma’s voor gegevensverzameling in bij de Commissie, tenzij een bestaand programma van toepassing blijft; in dat geval stellen zij de Commissie daarvan in kennis.
(1) Zur Anwendung des Artikels 18 Absatz 1 Buchstabe p dieser Verordnung legen die Mitgliedstaaten der Kommission bis zum 31. Oktober des Jahres, das dem Jahr vorausgeht, ab dem der Arbeitsplan Anwendung finden soll, elektronisch Arbeitspläne für die Datenerhebung nach Artikel 4 Absatz 4 der Verordnung (EG) Nr. 199/2008 vor, es sei denn, ein bestehender Plan gilt weiterhin; in diesem Fall teilen sie der Kommission dies mit.