Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Aan de rechter de toestemming aanvragen
Bewoond huis
Document waaruit blijkt dat de toestemming is verleend
Geïnformeerde toestemming
Informed consent
Instemming met overlevering
Ondersteuning bieden bij geïnformeerde toestemming
Op informatie gebaseerde toestemming
Toestemming
Toestemming met kennis van zaken
Toestemming tot overdracht
Toestemming van de Raad voor de Kinderbescherming
Toestemming van de Voogdijraad
Toestemming voor overlevering

Vertaling van "toestemming om bewoonde " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE
adviseren in verband met geïnformeerde toestemming van zorgontvangers | advies geven in verband met geïnformeerde toestemming van zorgontvangers | raad geven in verband met geïnformeerde toestemming van zorgontvangers

Patienten/Patientinnen nach Aufklärung zur Zustimmung raten


geïnformeerde toestemming | informed consent | op informatie gebaseerde toestemming | toestemming met kennis van zaken

aufgeklärte Einwilligung | aufgeklärte Zustimmung | Einverständniserklärung | Einwilligung nach Aufklärung | Patienteneinwilligung | Patienteninformation und Einwilligungserklärung | Zustimmung des Vorantragstellers




toestemming van de Raad voor de Kinderbescherming | toestemming van de Voogdijraad

Zustimmung der Vormundschaftsbehörde


instemming met overlevering | toestemming tot overdracht | toestemming voor overlevering

Zustimmung zur Übergabe | Zustimmung zur Überstellung


aan de rechter de toestemming aanvragen

beim Richter die Erlaubnis beantragen




voorbehoud van toestemming door de justitiële autoriteiten

Justizvorbehalt


document waaruit blijkt dat de toestemming is verleend

Dokument, aus dem sich ergibt, dass die Zustimmung erteilt worden ist


ondersteuning bieden bij geïnformeerde toestemming

bei der Einwilligung nach Aufklärung helfen
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Schenden artikel 4, 1°, van de wet van 6 juli 1976 tot beteugeling van het sluikwerk met handels- of ambachtskarakter en artikel 19, § 1, 1°, van de wet van 15 mei 2007 betreffende de bestraffing van namaak en piraterij van intellectuele eigendomsrechten in die zin geïnterpreteerd dat zij elk rechterlijk toezicht op de wettigheid van de door de politierechter verleende machtiging respectievelijk toestemming om bewoonde lokalen te betreden uitsluiten, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6.1 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens ?

Verstossen Artikel 4 Nr. 1 des Gesetzes vom 6. Juli 1976 über die Unterdrückung der betrügerischen Arbeit mit kommerziellem oder handwerklichem Charakter und Artikel 19 § 1 Nr. 1 des Gesetzes vom 15. Mai 2007 über die Ahndung der Nachahmung und der Piraterie von geistigen Eigentumsrechten, dahingehend ausgelegt, dass sie jede richterliche Prüfung der Gesetzmässigkeit der vom Polizeirichter erteilten Ermächtigung zum Betreten von bewohnten Räumlichkeiten ausschliessen, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 6 Absatz 1 und 13 der Europäischen Menschenrechtskonvention?


- Dezelfde bepalingen, in die zin geïnterpreteerd dat zij niet elk rechterlijk toezicht op de wettigheid van de door de politierechter verleende toestemming om bewoonde lokalen te betreden uitsluiten, schenden niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

- Dieselben Bestimmungen, dahingehend ausgelegt, dass sie nicht jede richterliche Prüfung der Gesetzmässigkeit der vom Polizeirichter erteilten Ermächtigung zum Betreten von Wohnräumen ausschliessen, verstossen nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention.


Met de derde prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of artikel 198, § 3, van de AWDA de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de toestemming om bewoonde lokalen te betreden niet dient te worden gemotiveerd, terwijl de huiszoeking, op grond van artikel 89bis van het Wetboek van strafvordering, uitsluitend kan worden toegestaan bij een met redenen omklede beslissing en enkel wanneer zij noodzakelijk is.

Mit der dritten präjudiziellen Frage möchte der vorlegende Richter erfahren, ob Artikel 198 § 3 des AZAG gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstosse, insofern die Ermächtigung zum Betreten von Wohnräumen nicht mit Gründen versehen werden müsse, während eine Haussuchung aufgrund von Artikel 89bis des Strafprozessgesetzbuches ausschliesslich durch einen mit Gründen versehenen Beschluss und nur dann, wenn sie erforderlich sei, genehmigt werden könne.


- De artikelen 197 en 198, § 3, van de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 18 juli 1977, in die zin geïnterpreteerd dat zij elk rechterlijk toezicht op de wettigheid van de door de politierechter verleende toestemming om bewoonde lokalen te betreden uitsluiten, schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

- Die Artikel 197 und 198 § 3 des durch den königlichen Erlass vom 18. Juli 1977 koordinierten allgemeinen Gesetzes über Zölle und Akzisen, dahingehend ausgelegt, dass sie jede richterliche Prüfung der Gesetzmässigkeit der vom Polizeirichter erteilten Ermächtigung zum Betreten von Wohnräumen ausschliessen, verstossen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Met de tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of dezelfde bepalingen, wanneer zij op dezelfde wijze worden begrepen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de toestemming om bewoonde lokalen te betreden door geen enkele rechter op haar wettigheid kan worden gecontroleerd, terwijl de huiszoeking, toegestaan met toepassing van artikel 89bis van het Wetboek van strafvordering, voor de feitenrechter kan worden betwist.

Mit der zweiten präjudiziellen Frage möchte der vorlegende Richter vom Hof erfahren, ob dieselben Bestimmungen, wenn sie auf die gleiche Weise zu verstehen sein, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstiessen, insofern die Ermächtigung zum Betreten von Wohnräumen von keinem Richter auf ihre Gesetzmässigkeit hin geprüft werden könne, während eine Haussuchung, die in Anwendung von Artikel 89bis des Strafprozessgesetzbuches genehmigt worden sei, vor dem Tatsachenrichter angefochten werden könne.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'toestemming om bewoonde' ->

Date index: 2024-06-29
w