G. overwegende dat het ontwerpverdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa (tekst van 18 juli 2003) in artikel I-2 (deel I) duidelijk bepaalt dat gelijkheid een van de Europese waarden is die door de lidstaten moeten worden geëerbiedigd om schorsing van hun lidmaatschapsrechten van de Unie te voorkomen, en door kandidaatslanden om tot de Unie te kunnen toetreden (art. I-58 resp. art. I-57 (titel IX, deel I)),
G. in der Erwägung, dass in dem Entwurf eines Vertrags über eine Verfassung für Europa (Wortlaut vom 18. Juli 2003) in Artikel I-2 (Teil I) eindeutig festgelegt ist, dass die Gleichheit zu den europäischen Werten gehört, die von den Mitgliedstaaten zu achten sind, um eine Aussetzung ihrer mit der Zugehörigkeit zur Union verbundenen Rechte zu vermeiden, und die von den Bewerberländern geachtet werden müssen, damit sie der Union beitreten können (Artikel I-58 bzw. I-57 (Teil I Titel IX)),
