De toewijzing van zetels aan lidstaten die door het Europees Parlement werd voorgesteld was gebaseerd op de volgende formule: 6 zetels zouden aan elke lidstaat moeten worden toegewezen ongeacht bevolkingsgrootte, plus een extra zetel per 500 000 inwoners voor het aantal inwoners tussen de 1 en 25 miljoen, een extra zetel per 1 miljoen inwoners voor het aantal inwoners tussen de 25 en 60 miljoen, en een extra zetel voor elke 2 miljoen inwoners boven de 60 miljoen.
Der vom Europäischen Parlament vorgeschlagene Verteilungsschlüssel stützte sich auf folgende Formel: Jeder Mitgliedstaat erhält, ungeachtet seiner Bevölkerungszahl, sechs Sitze; jeweils ein zusätzlicher Sitz wird je Tranche von 500 000 Einwohnern bei einer Bevölkerung zwischen 1 und 25 Millionen, je Tranche von 1 Million Einwohnern bei einer Bevölkerung zwischen 25 und 60 Millionen und je Tranche von 2 Millionen Einwohnern bei einer Bevölkerung von über 60 Millionen zugewiesen.