2. De toezichthoudende hoofdautoriteit neemt uitsluitend na raadpleging van alle andere bevoegde toezichthoudende autoriteiten in de zin van artikel 51, lid 1, passende maatregelen voor het toezicht op de verwerkingen van de voor de verwerking verantwoordelijke of verwerker waarvoor de autoriteit verantwoordelijk is, teneinde consensus te bereiken.
2. Die federführende Behörde ergreift angemessene Maßnahmen für die Aufsicht über die Verarbeitungstätigkeiten des für die Verarbeitung Verantwortlichen oder des Auftragsverarbeiters, für den es zuständig ist, erst nach Konsultation aller anderen zuständigen Aufsichtsbehörden im Sinne von Artikel 51 Absatz 1 und bemüht sich dabei, einen Konsens zu erreichen.