Het vaststellen van een termijn binnen welke de toezichthoudende overheid uitspraak moet doen over het beroep is een maatregel die pertinent is ten aanzien van het nagestreefde doel dat erin bestaat de rechtsonzekerheid tot een minimum te beperken door de duur van de tuchtprocedure zo kort mogelijk te houden (Hand., Vlaamse Raad, 1990-1991, 9 juli 1991, p. 2439).
Die Festlegung einer Frist, innerhalb deren die aufsichtführende Behörde über das Rechtsmittel befinden muss, stellt eine hinsichtlich des angestrebten Ziels zweckdienliche Massnahme dar; dieses Ziel besteht darin, die Rechtsunsicherheit mittels eines möglichst kurzen Disziplinarverfahrens auf ein Minimum zu beschränken (Ann., Flämischer Rat, 1990-1991, 9. Juli 1991, S. 2439).