4. Indien het in artikel 10 bedoelde certificaat onvolledig is ingevuld of kennelijk niet overeenstemt met de beslissing inzake toezichtmaatregelen, kan de bevoegde autoriteit het besluit over de erkenning van de beslissing inzake toezichtmaatregelen uitstellen totdat het certificaat binnen een redelijk geachte termijn is aangevuld of gecorrigeerd.
(4) Die zuständige Behörde kann die Entscheidung über die Anerkennung der Entscheidung über Überwachungsmaßnahmen aufschieben, wenn die Bescheinigung nach Artikel 10 unvollständig ist oder offensichtlich nicht der Entscheidung über Überwachungsmaßnahmen entspricht, und zwar bis zum Ablauf einer angemessenen Frist für die Ergänzung oder Berichtigung der Bescheinigung.
