Traduction de «tonijnsoorten die worden » (Néerlandais → Allemand) :

Volgens de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC), die verantwoordelijk is voor het beheer van de bestanden van de zestien migrerende soorten (voornamelijk tonijnsoorten) in deze regio, worden de bestanden geelvintonijn, grootoogtonijn en zwaardvis ten volle geëxploiteerd, terwijl het bestand gestreepte tonijn nog onderbevist is.
Die Thunfischkommission für den Indischen Ozean (IOTC), die für die Bewirtschaftung der Bestände von 16 wandernden Arten (im Wesentlichen Thun) in dieser Region zuständig ist, hat die Bestandsquellen von Gelbflossenthun, Großaugenthun und Schwertfisch als voll befischt und die Bestandsquellen von Echtem Bonito als unterfischt eingestuft.

De visserij in de Indische Oceaan is voornamelijk gericht op een beperkte groep sterk migrerende soorten, voornamelijk tonijnsoorten, waaronder de gestreepte tonijn (Katsuwonus pelamis), geelvintonijn (Thunnus albacares) en grootoogtonijn (Thunnus obesus).
Die Fischerei im Indischen Ozean zielt im Wesentlichen auf eine kleine Gruppe weit wandernder Arten ab, hauptsächlich Thun, insbesondere Echten Bonito (Katsuwonus pelamis), Gelbflossenthun (Thunnus albacares) und Großaugenthun (Thunnus obesus).

In dit verband is op basis van overeenkomstig de hoofdstukken III en V van de IOO-verordening verzamelde gegevens aan het licht gekomen dat de drie in overweging 166 bedoelde vaartuigen die de vlag van Guinee voerden en van 1 januari 2010 tot 1 juni 2011 in strijd met ICCAT-aanbeveling 03-14 in het ICCAT-gebied actief waren zonder VMS-apparatuur aan boord, in 2010 ten minste 8 922 ton tonijnsoorten hebben gevangen (voornamelijk gestreepte tonijn).
In diesem Zusammenhang wurde auf der Grundlage von gemäß den Kapiteln III und V der IUU-Verordnung zusammengetragenen Unterlagen festgestellt, dass die drei in Erwägungsgrund 166 genannten Schiffe unter guineischer Flagge, die vom 1. Januar 2010 bis 1. Juni 2011 unter Missachtung der ICCAT-Empfehlung 03-14 ohne an Bord installierte VMS-Geräte innerhalb des ICCAT-Gebiets tätig waren, 2010 mindestens 8 922 Tonnen Thunfisch (hauptsächlich Echten Bonito) gefangen haben.

Bovendien hebben drie met zegennetten vissende vaartuigen die de vlag van Guinee voerden, van 1 januari 2010 tot 1 juni 2011 in het ICCAT-gebied op tonijnsoorten gevist zonder te beschikken over een internationale visvergunning die was afgegeven door een bij ICCAT aangesloten vlaggenstaat.
Darüber hinaus betrieben vom 1. Januar 2010 bis 1. Juni 2011 drei Ringwadenfänger unter der Flagge Guineas im ICCAT-Gebiet Thunfischfang, ohne im Besitz einer von einem ICCAT-Flaggenstaat ausgestellten internationalen Fanglizenz zu sein.

Overeenkomstig ICCAT-aanbeveling 06-11 mogen met zegennetten vissende vaartuigen op zee geen tonijnsoorten overladen in ICCAT-gebied.
Gemäß ICCAT-Empfehlung 06-11 ist es Ringwadenfängern untersagt, innerhalb des ICCAT-Gebiets Thunfisch auf See umzuladen.

Vijf van de acht tonijnsoorten zijn met uitsterven bedreigd als gevolg van overbevissing.
Fünf der acht Thunfischarten sind infolge von Überfischung vom Aussterben bedroht.

Tonijnsoorten maken 5% uit van de vangst en garnalen en krabben iets meer dan 2%.
Bei Thunfischarten liegt der Anteil an der Fangmenge bei etwa 5 % und bei Garnelen und Krabben sind es nur 2 %.

Het laatste aan de overeenkomst gehechte protocol tot vaststelling van de voor de periode van augustus 2002 tot augustus 2004 geldende vangstmogelijkheden voor demersale, pelagische en tonijnsoorten en de financiële tegenprestatie, zoals bedoeld in de Overeenkomst, is niet verlengd.
Das letzte dem Abkommen beigefügte Protokoll zur Festlegung der Fangmöglichkeiten bei Grundfischen, pelagischen Arten und Thunfisch sowie der finanziellen Gegenleistung nach dem Abkommen für die Zeit von August 2002 bis August 2004 ist nicht verlängert worden.

De tonijnsoorten die voor de conservenindustrie zijn bestemd, zijn voornamelijk tropische tonijnsoorten en worden gevangen in de Indische, Stille en het centraal-oostelijk deel van de Atlantische Oceaan.
Die für die Konservenindustrie bestimmten Arten sind hauptsächlich tropische Arten und werden im Indischen Ozean, im Pazifik und im östlichen Teil des mittleren Atlantiks gefangen.