De parlementaire voorbereiding van de wet van 22 december 1998, d
ie de in het geding zijnde bepalingen van het Gerechtelijk Wetbo
ek heeft gewijzigd, toont aan dat de wetgever, door de aanwijzing in de in artikel 259quinquies, § 1, 1°, bedoelde adjunct-mandaten toe te vertrouwen a
an een overheid (de algemene vergadering of, in geval van staking van stemmen, de korpschef) die tot de rechtscolleges zelf behoort, de bedoeling heeft geh
...[+++]ad, overeenkomstig de wens van de magistratuur, « om te komen tot een grotere interne responsabilisering, democratisering » (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1677/1, p. 23).
Die Vorarbeiten zum Gesetz vom 22. Dezember 1998, das die beanstandeten Bestimmungen des Gerichtsgesetzbuches abgeändert hat, zeigen, dass der Gesetzgeber mit der Übertragung der Einsetzung in die in Artikel 259quinquies § 1 Nr. 1 genannten beigeordneten Mandate an eine zum Rechtsprechungsorgan selbst gehörende Instanz (die Generalversammlung oder, bei Stimmengleichheit, den Korpschef) die Absicht hatte, gemäss dem Wunsch der Magistratur, « das interne Verantwortungsgefühl und die interne Demokratisierung zu fördern » (Parl. Dok., Kammer, 1997-1998, Nr. 1677/1, S. 23).