Vertaling van "tot 24-jarigen de school vroegtijdig verlaat " (Nederlands → Duits) :

37. De totale EU-gemiddelden voor vroegtijdige schoolverlaters dalen en indien deze trends tot 2010 worden aangehouden, zou dat tot gevolg hebben dat ongeveer 15% van de 18 tot 24-jarigen de school vroegtijdig verlaat. Deze daling zou evenwel niet volstaan om de doelstelling te halen die in de conclusies van Lissabon is vastgesteld en die erin bestaat het aantal vroegtijdige schoolverlaters te halveren.
37. Insgesamt geht die Schulabbrecherquote im EU-Durchschnitt zurück; bei konstanten Trends bis 2010 würde der Anteil der 18- bis 24-Jährigen, die ,früh von der Schule abgehen", ca. 15 % erreichen.

J. overwegende dat de geletterdheid en de onderwijsresultaten van Roma-vrouwen aanzienlijk achterblijven bij die van zowel Roma-mannen als niet-Roma-vrouwen, en overwegende dat de meerderheid van Roma-meisjes de school vroegtijdig verlaat, terwijl een significant deel van hen nooit naar school is geweest;
J. in der Erwägung, dass die Alphabetisierungsrate und die schulischen Erfolge der Roma-Frauen deutlich sowohl unter jenen der Roma-Männer als auch der nicht den Roma angehörenden Frauen liegen, und in der Erwägung, dass die Mehrheit der Roma-Mädchen die Schule frühzeitig abbricht und ein erheblicher Anteil von ihnen nie die Schule besucht hat;

Volgens gegevens uit 2014 verlaat 11,1 % van de 18- tot 24-jarigen — zo'n 4,4 miljoen jongeren — het onderwijs of hun opleiding voordat zij het hoger middelbaar onderwijs hebben voltooid (bron: Eurostat (Arbeidskrachtenenquête), 2014).
Nach Daten für 2014 sind 11,1 % der 18- bis 24-Jährigen (d. h. rund 4,4 Mio. junge Menschen) aus dem System der allgemeinen oder beruflichen Bildung ausgeschieden, ohne die Sekundarstufe II erfolgreich abgeschlossen zu haben (Quelle: Eurostat (AKE), 2014).

In 2002 ging ongeveer 16,5 % van de 18-24-jarigen zonder diploma van school.
2002 haben rund 16,5 % der Jugendlichen im Alter zwischen 18 und 24 Jahren die Schule ohne Abschluss verlassen.

De structurele tekortkomingen in de onderwijs- en opleidingsstelsels moeten worden aangepakt om te zorgen voor hoogwaardige leerresultaten en om het aantal jongeren dat vroegtijdig de school verlaat, terug te dringen.
Strukturelle Schwächen der Systeme der allgemeinen und beruflichen Bildung sollten angegangen werden, um hochwertige Lernergebnisse sicherzustellen und die Zahl der Schulabbrecher zu reduzieren.

Als er geen belangrijke verbeteringen komen op het gebied van integratie van kinderen uit de meest benadeelde sociale groepen, ook op kleuterschoolniveau, zal het aantal leerlingen dat de school vroegtijdig verlaat, niet dalen en zullen wij het aantal mensen die de middelbare school afronden en dus de basisvaardigheden leren, niet doen toenemen.
Wenn es keine wesentlichen Verbesserungen bei der Eingliederung von Kindern aus benachteiligten sozialen Gruppen auch auf Vorschulniveau gibt, wird die Anzahl der Schulabbrecher nicht abnehmen. Und wir werden auch die Anzahl der Personen nicht erhöhen können, die weiterführende Schulen abschließen und damit Schlüsselkompetenzen erwerben.

Uit het verslag blijkt dat gemiddeld 15% van de jongeren de school vroegtijdig verlaat, maar dat dit cijfer in sommige landen oploopt tot meer dan een derde van de jongeren.
Der Bericht zeigt, dass die durchschnittliche Schulabbrecherquote bei 15 % liegt, wobei in einigen Ländern jedoch mehr als ein Drittel der jungen Menschen betroffen ist.

Door verschillende cohorten te bestuderen kan men trends gedurende een bepaalde tijd volgen: het verschil tussen het percentage mensen met een laag opleidingsniveau onder jongeren (18-24 jaar) en ouderen (65 jaar en ouder, tabel 21) is frappant: in de EU als geheel heeft maar liefst 70% in de laatste groep minder dan de bovenbouw van de middelbare school met succes voltooid, tegenover de reeds genoemde 19% van alle 18-24-jarigen.
Die zeitlichen Tendenzen lassen sich durch eine Betrachtung der verschiedenen Personengruppen feststellen. Was den Anteil der Personen mit niedrigem Bildungsniveau angeht, so besteht ein auffallender Unterschied zwischen jungen Menschen (18 bis 24 Jahre) und Menschen im höheren Alter (Altersgruppe 65+, Tabelle 21): In der EU insgesamt besaßen nicht weniger als 70 % der letztgenannten Gruppe im Gegensatz zu den bereits erwähnten 19 % aller 18-24-Jährigen keine Bildung, die über die untere Sekundarstufe hinausging.