Met dit kaderbesluit wordt beoogd de regels vast te stellen volgens welke een lidstaat een door een rechterlijke autoriteit van een andere lidstaat in het kader van een strafrechtelijke procedure gegeven beslissing tot bevriezing met het oog op daaropvolgende confiscatie of het verkrijgen en veiligstellen van bewijsstukken in verband met een strafbaar feit, op zijn grondgebied erkent en ten uitvoer legt.
Zweck dieses Rahmenbeschlusses ist es, Vorschriften festzulegen, nach denen ein Mitgliedstaat eine Entscheidung über die Sicherstellung von Vermögensgegenständen zum Zwecke ihrer späteren Einziehung oder für die Erhebung oder Sicherstellung der Beweise einer Straftat in seinem Hoheitsgebiet anerkennt und vollstreckt, die von einer Justizbehörde eines anderen Mitgliedstaats im Rahmen eines Strafverfahrens erlassen wurde.