De verzoekende partijen voeren voorts de schending aan door het bestreden artikel 137 van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de personen die het voorwerp uitmaken van een tweede of navolg
ende beslissing tot handhaving van de voorlopige hechtenis geen
onmiddellijk cassatieberoep kunnen instellen tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling, terwijl de personen die het voorwerp uitmaken van een beslissing vermeld in artikel 420, tweede lid, van het We
...[+++]tboek van strafvordering of die het voorwerp uitmaken van een eindarrest of eindvonnis, daartegen wel een « onmiddellijk » cassatieberoep kunnen instellen.Die klagenden Parteien führen ferner einen Verstoß durch den angefochtenen Artikel 137 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 5 der Europäischen Menschenrechtskonvention, an, insofern die Personen, die Gegenstand einer zweiten oder nachfolgenden En
tscheidung zur Aufrechterhaltung der Untersuchungshaft seien, nicht unmittelbar Kassationsbeschwerde gegen den Entscheid der Anklagekammer einreichen könnten, während die Personen, die Gegenstand einer Entscheidung im Sinne von Artikel 420 Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches seien oder die Gegenstand eines Endentscheids oder Endurteils seien, hing
...[+++]egen wohl eine « unmittelbare » Kassationsbeschwerde einreichen könnten.