Uiterlijk op de datum van de notariële akte van aankoop van het huis dat gefinancierd wordt met het door de Maatschappij toegestane krediet mag de aanvrager, diens echtgenoot (echtgenote) of de persoon met wie hij doorgaans samenleeft geen andere woning in volle eigendom of in vruchtgebruik hebben, onder voorbehoud van de uitzonderingen waarin de artikelen 1, 29°, 30° en 31 ° van het Wetboek voorzien.
Spätestens am Tag der notariellen Erwerbsurkunde des anhand des von dem Kreditgeber bewilligten Kredits finanzierten Immobiliengutes darf der Antragsteller, sein Ehepartner oder die Person, mit der er gewöhnlich wohnt, weder Volleigentümer noch Nutznießer einer anderen Wohnung sein, vorbehaltlich der in Artikel 1 Ziffer 29°, 30° und 31° des Gesetzbuches vorgesehenen Ausnahmen.