Vertaling van "totale besparingen uitgaven " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

totale lopende uitgaven
laufender Gesamtaufwand

totale uitgaven
Gesamtaufwand

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Aanvullende gegevens over de verbruiksgeschiedenis (elke dag, week, maand, jaar vanaf het begin van de slimme meteropneming) en andere bruikbare gegevens waardoor de verbruiker een meer gedetailleerde zelfcontrole kan uitvoeren (bv. grafische ontwikkeling van individueel verbruik; benchmarking van gegevens, cumulatief verbruik, totale besparingen/uitgaven vanaf het begin van elk contract, aandeel van het individueel verbruik uit hernieuwbare energiebronnen en andere gerelateerde CO2‑besparingen, enz.) worden rechtstreeks via de interface of via het internet toegankelijk gemaakt.
Daneben sind ergänzende Informationen zum früheren Verbrauch (an jedem Tag, in jeder Woche, jedem Monat und jedem Jahr seit Beginn der intelligenten Verbrauchserfassung) sowie weitere nützliche Informationen, die dem Verbraucher eingehendere Selbstüberprüfungen ermöglichen (z. B. grafische Darstellung der Entwicklung des individuellen Verbrauchs, Benchmarking-Informationen, kumulierter Verbrauch / kumulierte Einsparungen / kumulierte Kosten seit Beginn jedes Vertrages, Anteil erneuerbarer Energiequellen am individuellen Verbrauch und zugehörige Einsparungen an CO2-Emissionen usw.), entweder direkt durch die Schnittstelle oder über das Internet in einfacher Weise verfügbar zu machen.

7. benadrukt dat het totale bedrag van de ontwerpraming, in overeenstemming met de door het Bureau en de Begrotingscommissie tijdens de overlegvergadering van 13 maart 2013 bereikte overeenkomst, 1 808 144 206 EUR bedraagt, wat neerkomt op een nettoverhoging met 3,29% ten opzichte van de begroting 2013, waarvan 2,20% voortvloeit uit de verplichte uitgaven die samenhangen met de verkiezing van een nieuw Parlement, 1,30% uit andere wettelijke verplichtingen en 0,78% uit de toetreding van Kroatië, terwijl de inflatie zorgt voor een toename van ongeveer 1,9% , wat leidt tot een reële verlaging van de begroting van het Parlement met 2,89% ten opzichte van 2013; roept echter op te streven naar verdere besparingen en herschikkingen door middel van structurele hervormingen in het kader van de lezing van het Parlement in het najaar van 2013 en in de loop van de begrotingsprocedure voor 2014 en in de komende jaren; herinnert hierbij aan de maatregelen die volgens de gezamenlijke werkgroep van het Bureau en de Begrotingscommissie verder moeten worden onderzocht om tot aanzienlijke organisatorische besparingen te komen, zoals het toepassingsgebied van de interinstitutionele samenwerking tussen het Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's;
7. betont, dass das Gesamtvolumen des Entwurfs des Haushaltsvoranschlags für 2014 aufgrund der durch das Präsidium und den Haushaltsausschuss in der Konzertierungssitzung vom 13. März 2013 erzielten Einigung auf 1 808 144 206 EUR festgesetzt wird (was einer Netto-Steigerungsrate von 3,29 % gegenüber dem Haushaltsplan 2013 entspricht), wovon etwa 2,20 % obligatorische Ausgaben in Zusammenhang mit der Wahl des neuen Parlaments sind, 1,30 % auf andere rechtliche Verpflichtungen und 0,78 % auf den Beitritt Kroatiens zurückgehen, während die Inflation etwa 1,9 % der Steigerung ausmacht, so dass die reale Kürzung der Haushaltsmittel des Parlaments gegenüber dem Niveau von 2013 2,89 % beträgt; fordert dennoch weitere Einsparungen und Umschichtungen durch Strukturreformen, die im Herbst im Rahmen der Lesung des Parlaments im Haushaltsverfahren 2014 und in den Folgejahren anzustreben sind; weist in diesem Zusammenhang auf die von der gemeinsamen Arbeitsgruppe des Präsidiums und des Haushaltsausschusses aufgezeigten Maßnahmen hin, die weiter zu sondieren sind, um erhebliche organisatorische Einsparungen zu erzielen, wie etwa die Möglichkeit von Regelungen über die interinstitutionelle Zusammenarbeit zwischen dem Parlament, dem Europäischen Wirtschafts- und Sozialausschuss und dem Ausschuss der Regionen;

7. benadrukt dat het totale bedrag van de ontwerpraming, in overeenstemming met de door het Bureau en de Begrotingscommissie tijdens de overlegvergadering van 13 maart 2013 bereikte overeenkomst, 1 808 144 206 EUR bedraagt, wat neerkomt op een nettoverhoging met 3,29% ten opzichte van de begroting 2013, waarvan 2,20% voortvloeit uit de verplichte uitgaven die samenhangen met de verkiezing van een nieuw Parlement, 1,30% uit andere wettelijke verplichtingen en 0,78% uit de toetreding van Kroatië, terwijl de inflatie zorgt voor een toename van ongeveer 1,9%, wat leidt tot een reële verlaging van de begroting van het Parlement met 2,89% ten opzichte van 2013; roept echter op te streven naar verdere besparingen en herschikkingen door middel van structurele hervormingen in het kader van de lezing van het Parlement in het najaar van 2013 en in de loop van de begrotingsprocedure voor 2014 en in de komende jaren; herinnert hierbij aan de maatregelen die volgens de gezamenlijke werkgroep van het Bureau en de Begrotingscommissie verder moeten worden onderzocht om tot aanzienlijke organisatorische besparingen te komen, zoals het toepassingsgebied van de interinstitutionele samenwerking tussen het Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's;
7. betont, dass das Gesamtvolumen des Entwurfs des Haushaltsvoranschlags für 2014 aufgrund der durch das Präsidium und den Haushaltsausschuss in der Konzertierungssitzung vom 13. März 2013 erzielten Einigung auf 1 808 144 206 EUR festgesetzt wird (was einer Netto-Steigerungsrate von 3,29 % gegenüber dem Haushaltsplan 2013 entspricht), wovon etwa 2,20 % obligatorische Ausgaben in Zusammenhang mit der Wahl des neuen Parlaments sind, 1,30 % auf andere rechtliche Verpflichtungen und 0,78 % auf den Beitritt Kroatiens zurückgehen, während die Inflation etwa 1,9 % der Steigerung ausmacht, so dass die reale Kürzung der Haushaltsmittel des Parlaments gegenüber dem Niveau von 2013 2,89 % beträgt; fordert dennoch weitere Einsparungen und Umschichtungen durch Strukturreformen, die im Herbst im Rahmen der Lesung des Parlaments im Haushaltsverfahren 2014 und in den Folgejahren anzustreben sind; weist in diesem Zusammenhang auf die von der gemeinsamen Arbeitsgruppe des Präsidiums und des Haushaltsausschusses aufgezeigten Maßnahmen hin, die weiter zu sondieren sind, um erhebliche organisatorische Einsparungen zu erzielen, wie etwa die Möglichkeit von Regelungen über die interinstitutionelle Zusammenarbeit zwischen dem Parlament, dem Europäischen Wirtschafts- und Sozialausschuss und dem Ausschuss der Regionen;

De Wereldbank schat dat e-aanbesteding kan leiden tot besparingen van 6 tot 13,5 % van de totale uitgaven voor overheidsopdrachten[4].
Schätzungen der Weltbank zufolge können durch die e-Vergabe Einsparungen in Höhe von 6 % bis 13,5 % der Gesamtausgaben im Bereich der öffentlichen Auftragsvergabe erzielt werden.[4]

87. merkt op dat de Commissie voor de eerste keer gekort heeft op de begrotingsaanvragen van bijna alle agentschappen, die toch in overeenstemming waren met de totale bedragen in de financiële programmering; dit houdt ook de agentschappen in die tot de prioriteiten van het Parlement behoren, en omvat een totaalbedrag van ongeveer 44 miljoen EUR; herinnert eraan dat een grondige analyse van de methode, de beweegreden en de mogelijke gevolgen van dergelijke besparingen nodig is met betrekking tot een aantal resoluties, waarvan de meest recente de kwijtingsresolutie voor 2010 betreft, waarin wordt benadrukt dat de huidige herbeoordeling van de agentschappen door de IWG zou moeten leiden tot structurele verbeteringen in zowel de impact en kostenefficiëntie van de agentschappen, onder meer door vast te stellen waar sprake is van dubbel werk en overlappende activiteiten tussen de bestaande agentschappen; benadrukt nogmaals dat de begrotingstoewijzingen voor EU-agentschappen beslist niet uitsluitend uit administratieve uitgaven bestaan, maar een bijdrage leveren aan het bereiken van de doelstellingen van Europa 2020 en de doelstellingen van de EU in het algemeen, terwijl naar besparingen op nationaal niveau wordt gestreefd, zoals vastgesteld door de wetgevingsautoriteit;
87. stellt fest, dass die Kommission erstmals die Anträge auf Haushaltsmittel fast aller Agenturen gekürzt hat, die im Einklang mit den Gesamtbeträgen der Finanzplanung standen; dazu gehören diejenigen Agenturen, deren Aufgaben zu den Prioritäten des Parlaments gehören, wobei es um einen Betrag von etwa 44 Millionen EUR geht; erinnert daran, dass eine sorgfältige Analyse der Methodik, der Grundlage sowie der möglichen Auswirkungen solcher Kürzungen erforderlich ist im Hinblick auf einige Beschlüsse, deren letzter die Entlastung für das Jahr 2010 gewesen ist, die unterstreichen, dass die aktuelle Prüfung der Dienste durch die IWG zu strukturellen Verbesserungen sowohl hinsichtlich der Wirksamkeit als auch mit Blick auf die Wirtschaftlichkeit der Dienste auch durch die Ermittlung von Bereichen, in denen sich die Tätigkeiten der bestehenden Dienste verdoppeln oder überschneiden, führen sollte; hebt einmal mehr hervor, dass die Haushaltsmittel der EU-Behörden aus weit mehr als ausschließlich Verwaltungsausgaben bestehen, sondern vielmehr zum Erreichen der Ziele Europa 2020 sowie allgemein zum Erreichen der Ziele der EU beitragen, wie vom Gesetzgeber beschlossen, wobei gleichzeitig durch sie Einsparungen auf nationaler Ebene erzielt werden sollen;

88. merkt op dat de Commissie voor de eerste keer gekort heeft op de begrotingsaanvragen van bijna alle agentschappen, die toch in overeenstemming waren met de totale bedragen in de financiële programmering; dit houdt ook de agentschappen in die tot de prioriteiten van het Parlement behoren, en omvat een totaalbedrag van ongeveer 44 miljoen EUR; herinnert eraan dat een grondige analyse van de methode, de beweegreden en de mogelijke gevolgen van dergelijke besparingen nodig is met betrekking tot een aantal resoluties, waarvan de meest recente de kwijtingsresolutie voor 2010 betreft, waarin wordt benadrukt dat de huidige herbeoordeling van de agentschappen door de IWG zou moeten leiden tot structurele verbeteringen in zowel de impact en kostenefficiëntie van de agentschappen, onder meer door vast te stellen waar sprake is van dubbel werk en overlappende activiteiten tussen de bestaande agentschappen; benadrukt nogmaals dat de begrotingstoewijzingen voor EU-agentschappen beslist niet uitsluitend uit administratieve uitgaven bestaan, maar een bijdrage leveren aan het bereiken van de doelstellingen van Europa 2020 en de doelstellingen van de EU in het algemeen, terwijl naar besparingen op nationaal niveau wordt gestreefd, zoals vastgesteld door de wetgevingsautoriteit;
88. stellt fest, dass die Kommission erstmals die Anträge auf Haushaltsmittel fast aller Agenturen gekürzt hat, die im Einklang mit den Gesamtbeträgen der Finanzplanung standen; dazu gehören diejenigen Agenturen, deren Aufgaben zu den Prioritäten des Parlaments gehören, wobei es um einen Betrag von etwa 44 Millionen EUR geht; erinnert daran, dass eine sorgfältige Analyse der Methodik, der Grundlage sowie der möglichen Auswirkungen solcher Kürzungen erforderlich ist im Hinblick auf einige Beschlüsse, deren letzter die Entlastung für das Jahr 2010 gewesen ist, die unterstreichen, dass die aktuelle Prüfung der Dienste durch die IWG zu strukturellen Verbesserungen sowohl hinsichtlich der Wirksamkeit als auch mit Blick auf die Wirtschaftlichkeit der Dienste auch durch die Ermittlung von Bereichen, in denen sich die Tätigkeiten der bestehenden Dienste verdoppeln oder überschneiden, führen sollte; hebt einmal mehr hervor, dass die Haushaltsmittel der EU-Behörden aus weit mehr als ausschließlich Verwaltungsausgaben bestehen, sondern vielmehr zum Erreichen der Ziele Europa 2020 sowie allgemein zum Erreichen der Ziele der EU beitragen, wie vom Gesetzgeber beschlossen, wobei gleichzeitig durch sie Einsparungen auf nationaler Ebene erzielt werden sollen;

1. merkt op dat, gezien de bezuinigingsmaatregelen die in veel lidstaten zijn vastgesteld om de nationale begrotingen weer in evenwicht te brengen en de overheidsschuld terug te dringen, een realistische EU-begroting nodig is waarin positieve en negatieve prioriteiten zijn opgenomen; merkt op dat de vastleggingen voor landbouw en plattelandsontwikkeling licht zijn gestegen, met een verhoging van de vastleggingskredieten met respectievelijk 0,4% en 1,3% in vergelijking met 2012, en een stijging van de betalingen met respectievelijk 0,5% en 5,4%, resulterend in een totale stijging van de betalingen van rubriek 2 met 1,6%, ruim onder de voorgestelde begrotingsverhoging van 6,8%; verzoekt de Commissie het zoeken naar mogelijke besparingen op de begroting voort te zetten, vooral door de administratieve uitgaven te beperken en uitsluitend financiering te verstrekken voor reële behoeften;
1. stellt fest, dass angesichts der Sparmaßnahmen, die in zahlreichen Mitgliedstaaten beschlossen wurden, um die nationalen Haushalte wieder ins Gleichgewicht zu bringen und Schulden abzubauen, ein realistischer Haushalt der EU vonnöten ist, in dem sowohl positive als auch negative Prioritäten benannt werden; stellt fest, dass die für die Landwirtschaft und die Entwicklung des ländlichen Raums veranschlagten Mittel leicht angestiegen sind, wobei die Verpflichtungsermächtigungen gegenüber 2012 um 0,4% bzw. 1,3% und die Zahlungsermächtigungen um 0,5% bzw. 5,4% zugenommen haben, was eine Erhöhung der Mittel für Zahlungen in Rubrik 2 um insgesamt 1,6% bedeutet, ein Wert, der weit unter der vorgeschlagenen Erhöhung der Mittel um 6,8% liegt; fordert die Kommission auf, sich ständig um mögliche Haushaltseinsparungen zu bemühen, insbesondere durch die Senkung der Verwaltungsausgaben und die Bereitstellung von Mitteln nur bei tatsächlichem Bedarf;

de Commissie en de Raad wordt verzocht naar bijkomende besparingen te zoeken om ervoor te zorgen dat de totale uitgaven, exclusief plattelandsontwikkeling en veterinaire maatregelen, in de periode 2000-2006 niet meer bedragen dan een jaarlijks gemiddelde van 40,5 miljard euro.
Die Kommission und der Rat werden gebeten, weitere Einsparungen anzustreben, damit - unter Ausklammerung der Ausgaben für die Entwicklung des ländlichen Raums und der Veterinärausgaben - die Gesamtausgaben im Zeitraum 2000-2006 im Jahresdurchschnitt nicht höher als 40,5 Mrd. Euro sind.