Volgens deze rechterlijke instantie moet meer in het bijzonder worden bepaald of het beginsel van het vrije verkeer van goederen de lidstaten verplicht de vrije toegang tot de belangrijke transitoroutes te waarborgen en of deze verplichting voorrang heeft op de grondrechten, waaronder de vrijheden van meningsuiting en van vergadering die in deze zaak aan de orde zijn.
Insbesondere sei festzustellen, ob der Grundsatz des freien Warenverkehrs die Mitgliedstaaten dazu verpflichte, wichtige Transitrouten freizuhalten, und ob diese Verpflichtung auch Grundrechten wie der Meinungsäußerungs- und Versammlungsfreiheit vorgehe.