14. herhaalt in dit verband zijn standpunt dat deze overeenkomst niet het einddoel in de betrekkingen tussen de EU en Oekraïne vormt; wijst er voorts op dat Oekraïne, overeenkomstig artikel 49 VEU, net als alle andere Europese landen een Europees perspectief heeft en het EU-lidmaatschap kan aanvragen, op voorwaarde dat het de criteria van Kopenhagen en de democratische beginselen in acht neemt, de fundamentele vrijheden, de mensenrechten en de rechten van minderheden eerbiedigt, en transparantie en het functioneren van de rechtsstaat garandeert;
14. bekräftigt in diesem Zusammenhang seine Auffassung, dass mit diesem Abkommen noch nicht die letzte mögliche Ausbaustufe in den Beziehungen zwischen der EU und der Ukraine erreicht ist; weist außerdem darauf hin, dass die Ukraine – wie jeder andere europäische Staat – gemäß Artikel 49 EUV eine europäische Perspektive hat und die Mitgliedschaft in der Europäischen Union beantragen kann, sofern sie die Kopenhagener Kriterien erfüllt, sich an die Grundsätze der Demokratie hält, die Grundfreiheiten, die Menschen- und Minderheitenrechte achtet und Rechtstaatlichkeit und Transparenz gewährleistet;