Het Hof van Beroep te Bergen stelt het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat, de Raden en het Europees Parlement niet toestaat de bijdragen die zij aan hun partij of aan een van de geledingen ervan storten, af te trekken als beroepskosten, terwijl andere politieke mandatarissen wel het recht hebben dat te doen.
Der Appellationshof Mons stellt dem Hof die Frage, ob diese Bestimmung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, da sie es den Mitgliedern der Abgeordnetenkammer, des Senats, der Räte und des Europäischen Parlamentes nicht ermögliche, die Beiträge, die sie an ihre Partei oder eine ihrer Komponenten abführten, als berufliche Aufwendungen abzuziehen, während andere politische Mandatsträger berechtigt seien, dies zu tun.