Traduction de «trekkerfabrikant » (Néerlandais → Allemand) :

(5) Tijdens de overgang van fase III A naar fase III B moet het percentage van het aantal motoren die in het kader van de flexibele regeling in de handel worden gebracht, worden verhoogd van 20% tot 50% van de per jaar door de trekkerfabrikant verkochte trekkers met motoren uit die motorcategorie.
(5) Während des Übergangs von Stufe III A zu Stufe III B sollte der Prozentsatz von Motoren, die im Rahmen des Flexibilitätssystems in Verkehr gebracht werden dürfen, von 20 % auf 50 % des Jahresabsatzes des Zugmaschinenherstellers mit Zugmaschinen erhöht werden, in die Motoren dieser Motorkategorie eingebaut sind.

1.1. . Met uitzondering van de overgangsperiode tussen fase III A en fase III B verzoekt een trekkerfabrikant die gebruik wenst te maken van de flexibele regeling, zijn goedkeuringsinstantie om toestemming om in de periode tussen twee emissiefasen van zijn motorleveranciers de in de punten 1.1.1. en 1.1.2 genoemde aantallen motoren te bestellen of te kopen die niet voldoen aan de vigerende emissiegrenswaarden, maar zijn goedgekeurd op grond van de emissiegrenswaarden van de daaraan voorafgaande fase.
1.1. Außer während des Übergangszeitraums von Stufe III A zu Stufe III B beantragt ein Zugmaschinenhersteller, der vom Flexibilitätssystem Gebrauch machen will, bei seiner Genehmigungsbehörde die Erlaubnis, im Zeitraum zwischen zwei Emissionsgrenzwertstufen die in den Abschnitten 1.1.1 bzw. 1.1.2 angegebenen Mengen von Motoren in Verkehr bringen zu dürfen, die die gegenwärtigen Emissionsgrenzwerte nicht erfüllen, aber für die vorangegangene Emissionsgrenzwertstufe genehmigt worden sind.

1. Artikel 3 bis wordt vervangen door de volgende tekst: "In afwijking van artikel 3, leden 1 en 2, bepalen de lidstaten dat op verzoek van de trekkerfabrikant en mits de goedkeuringsinstantie daarvoor de nodige toestemming verleent, een beperkt aantal trekkers in het verkeer mag worden gebracht volgens de procedures in bijlage IV. De flexibele regeling treedt in werking wanneer een bepaalde fase verplicht wordt, en is even lang geldig als die fase zelf.
1. Artikel 3a erhält folgende Fassung: „Abweichend von Artikel 3 Absätze 1 und 2 sehen die Mitgliedstaaten vor, dass auf Antrag eines Zugmaschinenherstellers und unter der Bedingung, dass die Genehmigungsbehörde die maßgebliche Erlaubnis erteilt hat, eine begrenzte Anzahl von Zugmaschinen gemäß den Verfahren in Anhang IV in Betrieb genommen werden darf.

(5) Tijdens fase III B moet het percentage van het aantal trekkers die in het kader van de flexibele regeling in het verkeer worden gebracht, 35% bedragen van het aantal per jaar door de trekkerfabrikant in het verkeer gebrachte trekkers met motoren uit die motorcategorie.
(5) In Stufe III B beträgt der Prozentsatz der Zugmaschinen, die im Rahmen des Flexibilitätssystems in Betrieb genommen werden, 35 % der Anzahl von Zugmaschinen, die jährlich vom Zugmaschinenhersteller in Betrieb genommen werden und in die Motoren dieser Motorkategorie eingebaut sind.

1.1.1. Het aantal motoren dat volgens de flexibele regeling in de handel wordt gebracht, mag in elke motorcategorie niet meer bedragen dan 20% van het per jaar door de trekkerfabrikant verkochte aantal trekkers met motoren in die motorcategorie (berekend als het gemiddelde van de verkoop op de markt van de Unie in de laatste vijf jaar).
1.1.1. Die Zahl der nach einem Flexibilitätssystem in Verkehr gebrachten Motoren darf für jede Motorenkategorie 20 % der Zahl der jährlich vom Zugmaschinenhersteller in der jeweiligen Motorenkategorie durchschnittlich (berechnet als Durchschnitt der Verkäufe auf dem EU-Markt in den letzten fünf Jahren) verkauften Motoren nicht übersteigen.

2.1. De aanvraag van typegoedkeuring van een trekkertype met betrekking tot de aftakas en de beveiliging daarvan moet worden ingediend door de trekkerfabrikant of zijn gemachtigde met behulp van het inlichtingenformulier, waarvan het model is opgenomen in bijlage II, deel I.
2.1. Der Antrag auf Erteilung der Typgenehmigung für einen Zugmaschinentyp hinsichtlich der Zapfwelle und ihrer Schutzvorrichtung ist vom Hersteller oder dessen Bevollmächtigtem unter Verwendung des in Anhang II Teil 1 als Muster dargestellten Beschreibungsbogens zu stellen.

1.1. Een trekkerfabrikant die gebruik wil maken van de flexibele regeling, vraagt zijn goedkeuringsinstantie om toestemming om in de periode tussen twee emissiefasen bij zijn motorleveranciers de in de punten 1.2 en 1.3 genoemde aantallen motoren te bestellen of te kopen die niet aan de geldende emissiegrenswaarden voldoen, maar zijn goedgekeurd op basis van de emissiegrenswaarden van de vorige fase.
1.1 Wünscht ein Zugmaschinenhersteller das Flexibilitätssystem zu nutzen, so beantragt er bei der seiner Genehmigungsbehörde die Erlaubnis, im Zeitraum zwischen zwei Emissionsgrenzwertestufen die in Nummer 1.2 bzw. 1.3 angegebenen Mengen von Motoren in Verkehr bringen zu dürfen, die die gegenwärtigen Emissionsgrenzwerte nicht erfüllen, aber für die vorangegangene Emissionsgrenzwertestufe genehmigt worden sind.

1.3. In plaats van punt 1.2 kan de trekkerfabrikant ook toestemming vragen om zijn motorleverancier volgens de flexibele regeling een vast aantal motoren in de handel te laten brengen.
1.3 Abweichend von Nummer 1.2 hat der Zugmaschinenhersteller ferner die Möglichkeit, für seine Motorenzulieferer gemäß dem Flexibilitätssystem das Inverkehrbringen einer festen Anzahl von Motoren zu beantragen.

1.2. Het aantal motoren dat volgens de flexibele regeling in de handel wordt gebracht, mag in elke motorcategorie niet meer bedragen dan 20 % van het per jaar door de trekkerfabrikant verkochte aantal trekkers met motoren in die motorcategorie (berekend als het gemiddelde van de verkoop op de EU markt in de laatste vijf jaar).
1.2 Die Zahl der nach einem Flexibilitätssystem in Verkehr gebrachten Motoren darf für jede Motorenkategorie 20 % der Zahl der jährlich vom Zugmaschinenhersteller in der jeweiligen Motorenkategorie durchschnittlich (berechnet als Durchschnitt der Verkäufe auf dem Gemeinschaftsmarkt in den letzten fünf Jahren) verkauften Motoren nicht übersteigen.

In afwijking van artikel 3, leden 1 en 2, bepalen de lidstaten dat op verzoek van de trekkerfabrikant en mits de goedkeuringsinstantie daarvoor toestemming geeft, de motorfabrikant in de periode tussen twee opeenvolgende fasen van grenswaarden een beperkt aantal motoren of trekkers met motoren in de handel mag brengen die alleen aan de vorige fase van emissiegrenswaarden voldoen, op voorwaarde dat de in bijlage IV beschreven procedure in acht wordt genomen”.
Abweichend von Artikel 3 Absätze 1 und 2 sehen die Mitgliedstaaten vor, dass auf Antrag eines Zugmaschinenherstellers und vorbehaltlich der Erlaubnis der Genehmigungsbehörde ein Motorenhersteller während des Zeitraums zwischen zwei aufeinander folgenden Stufen von Grenzwerten eine begrenzte Anzahl von Motoren, die lediglich die unmittelbar der neuesten Emissionsgrenzwertstufe vorausgehende Stufe einhalten und von Zugmaschinen mit solchen Motoren in Verkehr bringen darf, sofern er das Verfahren in Anhang IV einhält.“