16. is van mening dat de tripartiete overeenkomsten, aangezien deze niet zijn afgeleid van bindend Gemeenschapsrecht en bijgevolg niet zijn onderworpen aan een wetgevingsprocedure waarbij het Parlement en de Raad zijn betrokken, tot het uiterste moeten worden beperkt en volledig gerechtvaardigd moeten zijn; meent voorts dat het Europees Parlement via de bevoegde commissies op de hoogte moet worden gesteld van de ondertekening van deze overeenkomsten;
16. ist der Auffassung, dass die dreiseitigen Vereinbarungen, soweit sie sich nicht aus einer verbindlichen Gemeinschaftsvorschrift ergeben und somit nicht Gegenstand eines Legislativverfahrens sind, an dem Parlament und Rat beteiligt sind, so weit wie möglich beschränkt und begründet sein müssen; fordert ferner, dass das Europäische Parlament über seine zuständigen Ausschüsse über die Unterzeichnung derartiger Vereinbarungen unterrichtet wird;