In geval van een stookketel waarvan slechts een deel van de productie wordt gebruikt in een stoomturbine (TAV) om elektriciteit op te wekken, wordt alleen de damp (of eventueel het warme water) aan de uitgang van de turbine (met inbegrip van de voor de thermische valorisatie bestemde onttrokken damp) in aanmerking genomen voor de berekening van de in de zin van de groene certificaten valoriseerbare warmte.
Im Falle eines Dampfkessels, dessen Produktion nur teilweise in einer Dampfturbine (TAV) zur Erzeugung von Strom verwendet wird, muss nur der Dampf (oder eventuell das Warmwasser) am Ausgang der Turbine (einschliesslich des zur thermischen Verwertung bestimmten entnommenen Dampfes) bei der Errechnung der im Sinne der grünen Bescheinigungen verwertbaren Wärme berücksichtigt werden.