1. De bevoegde autoriteit van de plaats van bestemming kan afwijkingen toestaan van de voorschriften van de afdelingen 2 tot en met 5, met uitzondering van artikel 123, onder a) en b), en de artikelen 124 en 125, voor verplaatsingen van gehouden landdieren tussen lidstaten binnen de Unie, indien deze verplaatsingen plaatsvinden:
1. Die zuständige Behörde am Bestimmungsort kann Ausnahmen von den Anforderungen der Abschnitte 2 bis 5, mit Ausnahme des Artikels 123 Buchstaben a und b sowie der Artikel 124 und 125, für Verbringungen gehaltener Landtiere zwischen Mitgliedstaaten der Union genehmigen, sofern die Verbringung zu einem der nachstehend genannten Zwecke erfolgt: