26. benadrukt echter dat deze aanpak in combinatie met het aanstaande herziene Europese Nabuurschapsbeleid (ENB) betekent dat de gedifferentieerde benadering slechts een waardevol en geloofwaardig instrument kan zijn als dezelfde doelen voor mensenrechten en democratie worden opgelegd aan alle ENB-partnerlanden; benadrukt dat de EU haar geloofwaardigheid opnieuw zou verliezen als zij onderscheid zou maken tussen „minimumnormen” waaraan de moeilijkste landen zich moeten houden en ambitieuzere normen voor de meest geavanceerde landen;
26. betont jedoch, dass dieser Ansatz zusammen mit der kommenden überarbeiteten Europäischen Nachbarschaftspolitik (ENP) bedeutet, dass das differenzierte Vorgehen nur dann ein wertvolles und überzeugendes Instrument sein kann, wenn es für alle ENP-Partnerländer die gleichen Menschenrechte und Demokratieziele fordert; weist darauf hin, dass die EU ihre Glaubwürdigkeit wieder verlieren wird, wenn sie einen Unterschied zwischen der Einhaltung von „Mindestnormen“ in den schwierigsten Ländern und anspruchsvolleren Normen für die fortgeschrittenen Länder macht;