De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of artikel 60 van het decreet van 22 december 1993 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, doordat de kwijtschelding of proportionele vermindering van de onroerende voorheffing wordt geweigerd wanneer een gebouwd onroerend goed, dat niet tot woning dient, langer dan twaalf maanden leegstaat, rekening houdend met het vorige aanslagjaar, om redenen die onafhankelijk zijn van de wil van de eigenaar.
In der präjudiziellen Frage wird dem Hof die Frage vorgelegt, ob Artikel 60 des Dekrets vom 22. Dezember 1993 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, indem der Erlass oder anteilige Nachlass des Immobilienvorabzugs verweigert wird, wenn ein nicht Wohnzwecken dienendes bebautes Grundstück länger als zwölf Monate - unter Berücksichtigung des vorherigen Veranlagungsjahres - aus vom Willen des Eigentümers unabhängigen Gründen leersteht.