Met betrekking tot de verenigbaarheid van de twee rechtsgronden, heeft het Hof van Justitie onlangs verklaard dat "een beroep op zowel artikel 133 EG als artikel 175, lid 1, EG evenmin afbreuk doet aan de rechten van het Parlement, omdat
het eerste van deze twee artikelen weliswaar niet formeel de medewerking van deze instelling bij de vaststelling van een handeling als de onderhavige voorschrijft, doch het tweede artikel uitdrukkelijk naar de procedure van artikel 251 EG verwijst (...) De rechten van het Parlement worden door de cumulatie van de rechtsgrondslagen in casu dus niet aangetast, daar deze instelling bij een beroep op artikel
...[+++] 175, lid 1, EG de handeling volgens de medebeslissingsprocedure kan vaststellen".
Was die Vereinbarkeit der beiden Rechtsgrundlage anbelangt, hat der Gerichtshof vor wenigen Jahren festgestellt, dass „der gemeinsame Rückgriff auf die Artikel 133 EG und 175 Absatz 1 EG auch nicht dazu angetan [ist], die Rechte des Parlaments zu beeinträchtigen, da zwar der erste dieser beiden Artikel die Beteiligung dieses Organs beim Erlass eines Rechtsakts wie des in Rede stehenden nicht formell vorsieht, aber der zweite eine Beteiligung des Parlaments am Erlass des Rechtsakts im Mitentscheidungsverfahren ermöglicht“.