Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 102 van de herstelwet, waarnaar het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 en het koninklijk besluit van 2 januari 1991 verwijzen, indien die bepaling zo wordt geïnterpreteerd dat ze het recht op een uitkering voor onderbreking van de beroepsloopbaan wegens ouderschapsverlof enkel opent voor de voltijds tewerkgestelde werknemers wanneer zij bij één enkele werkgever zijn tewerkgesteld, en niet wan
neer zij ten minste twee deeltijdse betrekkingen cumuleren : in die interpretatie zouden de werknemers die voltijds zijn tewerkgesteld bij v
...[+++]erschillende werkgevers verstoken zijn van het recht op een deeltijds ouderschapsverlof gedurende meer dan drie maanden.Der Hof wird gefragt, ob Artikel 102 des Sanierungsgesetzes, auf den im königlichen Erlass vom 29. Oktober 1997 und im königlichen Erlass vom 2. Januar 1991 Bezug genommen werde, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, wenn diese Bestimmung so ausgelegt werde, dass sie nur das Recht auf eine Laufbahnunterbrechungszulage bei Elternurlaub für Vollzeitarbeitnehmer gewähre, wenn sie bei einem einzigen Arbeitgeber beschäftigt seien, und nicht, we
nn sie gleichzeitig zwei Teilzeitarbeitsstellen hätten; in dieser Auslegung werde den vollzeitig bei mehreren Arbeitgebern beschäftigten Arbeitnehmern das Recht auf einen teilzeitige
...[+++]n Elternurlaub während mehr als drei Monaten verwehrt.