De tweede lening ging vergezeld van een lening van 270 000 DM van Kühnlein en een van 1,5 miljoen DM van LSW. Op dat tijdstip had LSW formeel weliswaar nog steeds 11 % van de aandelen van NMH in handen, doch was het reeds op 14 juni 1993 met Thyssen en Krupp overeengekomen om van deze beide nog 22 % van de aandelen over te nemen.
Das zweite Darlehen wurde flankiert von einem Darlehen über 1.5 Mio. DM der LSW, die zu diesem Zeitpunkt formell zwar noch immer 11 % der Anteile an der NMH hielt, am 14. Juni 1993 aber bereits mit Thyssen und Krupp die Übernahme weiterer 22 % vereinbart hatte, und von einem Darlehen von 270 000 DM des Unternehmers Kühnlein.