ii) wanneer het om huiden van tweehoevigen gaat, dieren van bedrijven waar in de laatste 30 dagen geen enkele uitbraak van mond- en klauwzeer is geconstateerd en waaromheen zich in een gebied met een straal van 10 km in de laatste 30 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan,
im Falle von Häuten von Paarhufern, von Tieren aus Betrieben, in denen in den letzten 30 Tagen und um die im Umkreis von 10 km in den letzten 30 Tagen kein Fall von Maul- und Klauenseuche aufgetreten ist,