Bij toepassing van de in artikel 22, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 834/2007 vastgestelde voorwaarden kunnen de bevoegde autoriteiten het aanbinden van vee in kleine bedrijven toestaan als deze dieren niet in aan hun gedrag aangepaste groepen kunnen worden gehouden, op voorwaarde dat zij tijdens de graasperiode toegang hebben tot weidegronden overeenkomstig artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 834/2007, en ten minste tweemaal per week toegang krijgen tot openluchtruimten wanneer begrazing niet mogelijk is.
Soweit die Bestimmungen gemäß Artikel 22 Absatz 2 Buchstabe a der Verordnung (EG) Nr. 834/2007 Anwendung finden, können die zuständigen Behörden genehmigen, dass Rinder in Kleinbetrieben angebunden werden, wenn es nicht möglich ist, die Rinder in Gruppen zu halten, deren Größe ihren verhaltensbedingten Bedürfnissen angemessen wäre, sofern die Tiere während der Weidezeit Zugang zu Weideland gemäß Artikel 14 Absatz 2 und mindestens zweimal in der Woche Zugang zu Freigelände haben, wenn das Weiden nicht möglich ist.