Ten aanzien van de exceptie van niet-ontvankelijkheid repliceren de verzoekende partijen dat in het verzoekschrift duidelijk twee categorieën van rechtssubjecten tegenover elkaar zijn gesteld : enerzijds, de personen die met hun verzoekschrift voor de Raad van State terechtkomen bij een van de vier Nederlandstalige of een van de vier Franstalige kamers behalve wanneer de wet bij uitzondering voorziet in de behandeling door een tweetalige kamer en, anderzijds, de instellingen die de dotatie ontvangen en die automatisch voor de taalgemengd samengestelde Raad van State worden gebracht.
In bezug auf die Einrede der Unzulässigkeit erwidern die klagenden Parteien, dass in der Klageschrift deutlich zwei Kategorien von Rechtsuntergebenen gegenübergestellt würden, und zwar einerseits die Personen, die mit ihrer Klageschrift vor dem Staatsrat an eine der vier niederländischsprachigen oder eine der vier französischsprachigen Kammern verwiesen würden, ausser wenn das Gesetz ausnahmsweise die Behandlung der Rechtssache durch eine zweisprachige Kammer vorsehe, und andererseits die Einrichtungen, die eine Dotation erhielten und die automatisch an den Staatsrat in sprachlich gemischter Zusammensetzung verwiesen würden.