EU-landen dienen zeker te stellen dat de delicten of typen wederrechtelijk gedrag die vermeld staan in Artikel 3 van de Richtlijn strafbaar worden gesteld met doeltreffende en evenredige, afschrikkende, strafrechtelijke sancties voor individuen.
Die EU-Länder müssen gewährleisten, dass die in Artikel 3 der Richtlinie aufgeführten Straftaten oder rechtswidrigen Verhaltensweisen mit wirksamen, angemessenen und abschreckenden strafrechtlichen Sanktionen gegen natürliche Personen geahndet werden können.