Het Hof dient te onderzoeken of het verschil in behandeling, met betrekking tot de taal van de rechtspleging betreffende de rechtsvordering tot collectief herstel, die voortvloeit uit de toewijzing van een exclusieve territoriale bevoegdheid aan de hoven en rechtbanken te Brussel, voorzien in de bestreden wet, bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 30 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
Der Gerichtshof muss prüfen, ob der Behandlungsunterschied in Bezug auf die Verfahrenssprache für die kollektive Schadenersatzklage, der sich aus der Erteilung einer ausschließlichen örtlichen Zuständigkeit an die Brüsseler Gerichtshöfe und Gerichte ergibt, so wie sie im angefochtenen Gesetz vorgesehen ist, mit den Artikeln 10, 11 und 30 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention Konvention, vereinbar ist.