Uit de uiteenzetting van het eerste middel blijkt dat het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 50, eerste lid, van het programmadecreet van 3 februari 2005 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat die decretale bepaling drie verschillen in behandeling zou teweegbrengen onder de personen van wie het leefmilieu wordt geraakt door een project voor de aanleg van een autosnelweg.
Aus der Darlegung des ersten Klagegrunds geht hervor, dass der Hof gebeten wird, über die Vereinbarkeit von Artikel 50 Absatz 1 des Programmdekrets vom 3. Februar 2005 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung zu befinden, insofern diese Dekretsbestimmung drei Behandlungsunterschiede zwischen den Personen, deren Umfeld von einem Projekt zum Bau einer Autobahn betroffen sei, einführe.