92. herinnert aan de resoluties van het Europees Parlement van 5 februari 2014, 26 november 2014 en 14 oktober 2015, w
aarin het Parlement heeft gevraagd om drie bindende
energie- en klimaatdoelstellingen voor 2030, in het bijzonder de energie-efficiëntiedoelstelling van 40 %; benadrukt dat de energie-efficiëntiedoelstelling van de EU voor de periode na 2020 bindend moet zijn en moet worden verwezenlijkt door mid
del van individuele ...[+++]nationale doelstellingen; dringt er bij de Commissie op aan verschillende energie-efficiëntiescenario's voor 2030 te ontwikkelen, ook voor de door het Parlement bepaalde doelstelling van 40 %; dringt er bij de Raad, die heeft opgeroepen tot een EU-brede doelstelling van ten minste 27 %, op aan om zijn doelstelling naar boven bij te stellen in overeenstemming met de door het Parlement aangenomen doelstelling; 92. verweist auf seine Entschließungen vom 5. Februar 2014, vom 26. November 2014 und vom 14
. Oktober 2015, in denen drei verbindliche Zielvorgaben im Bereich Energie und Klimaschutz für 2030 gefordert werden, insbesondere die Zielvorgabe für eine Steigerung der Energieeffizienz um 40 %; betont, dass die Energieeffizienzziele der
Union für die Zeit nach 2020 verbindlich sein und durch entsprechende einzelstaatliche Ziele verwir
...[+++]klicht werden sollten; fordert die Kommission nachdrücklich auf, verschiedene Szenarien für die Energieeffizienz für 2030 zu erarbeiten, darunter auch das vom Parlament festgelegte Ziel der Steigerung der Energieeffizienz um 40 %; fordert den Rat, der eine unionsweite Zielvorgabe von mindestens 27 % verlangt hat, nachdrücklich auf, sie entsprechend der vom Parlament angenommenen Zielvorgabe nach oben zu korrigieren;