21. benadrukt dat het "groener maken" van het ontwikkelingsbeleid en de ontwikkelingsbijstand van de EU noodzakelijk en dringend is, en ten uitvoer moet worden gelegd zonder in te gaan tegen het beleid van de EU op het gebied van milieu en klimaatverandering; betreurt de uiterst trage vooruitgang op dit gebied en roept het leiderschap van de EU ertoe op om beperking van en aanpassing aan klimaatverandering te bestempelen tot de hoofdprioriteiten binnen het beleid van de EU inzake ontwikkelingssamenwerking;
21. betont, dass die Entwicklungspolitik und die Hilfe der Europäischen Union dringend umweltfreundlicher werden muss und dass ihre Umsetzung nicht im Widerspruch zu der Politik der Europäischen Union im Bereich Umwelt und Klimawandel stehen darf; bedauert, dass Fortschritte in diesem Bereich nur sehr langsam erzielt werden, und fordert die Führung der Europäischen Union dazu auf, die Eindämmung von und die Anpassung an Klimaänderungen bei den Maßnahmen der Europäischen Union im Bereich Entwicklung und Zusammenarbeit zu einer Priorität zu machen;
