18. beschouwt het als een gegevenheid dat verzekeraars verantwoordelijk zijn voor het gedrag van hun werknemers en dat bemiddelaars moeten worden verplicht een beroepsaansprakelijkheidsverzekering aan te houden; merkt op dat fraude onder het straf- en aansprakelijkheidsrecht thuishoort; onderkent dat van een VGS-regeling die zich ook zou uitstrekken tot misleidende verkooppraktijken en fraude in zoverre een verkeerde signaalwerking zou kunnen uitgaan dat toezichthouders minder waakzaam zouden worden en minder geneigd zouden zijn van hun controlebevoegdheden gebruik te maken;
18. stellt fest, dass die Versicherungsunternehmen für das Verhalten ihrer Angestellten verantwortlich sind und dass Vermittler im Besitz einer Berufshaftpflichtversicherung sein müssen; weist darauf hin, dass Betrug unter das Strafrecht und das Haftpflichtrecht fällt; stellt fest, dass Regelungen, wonach ein Sicherungssystem auch bei missbräuchlichen Verkäufen und Betrug greift, dazu führen könnten, dass die Aufsichtsbehörden weniger aufmerksam werden und weniger Gebrauch von ihren Aufsichtsbefugnissen machen, wodurch ein moralisches Risiko entsteht;