19. merkt met tevredenheid op dat de overheidsambtenaren die bevoegd zijn voor de afgifte van de nationale uitvoervergun
ningen regelmatiger geraadpleegd worden en moeten worden op de vergaderingen van de Groep COARM, in samenwerking met de Werkgroep mensenrechten van de Raad (COHOM), omdat zij een belangrijke bijdrage aan de uitvoering van het gemeenschappelijk standpunt leveren en kunnen bijdragen tot een hogere kwaliteit van de uitgewisselde gegevens; is bovendien van mening dat de raadpleg
ingen moeten worden uitgebreid naar organisaties v ...[+++]an het maatschappelijk middenveld en vertegenwoordigers van de defensie-industrie die zich bezighouden met de controle van de wapenuitvoer;
19. stellt mit Zufriedenheit fest, dass Regierungsbeamte, die für die nationalen Ausfuhrgenehmigungen verantwortlich sind, während der COARM-Sitzungen in Zusammenarbeit mit der Arbeitsgruppe „Menschenrechte“ des Rates regelmäßig konsultiert werden, zumal sie einen wichtigen Beitrag zur Umsetzung des Gemeinsamen Standpunkts und zur Verbesserung der Qualität der ausgetauschten Informationen leisten können; vertritt darüber hinaus die Auffassung, dass an den Konsultationen auch Organisationen der Zivilgesellschaft und Vertreter der Verteidigungsindustrie teilnehmen sollten, wenn das Thema Waffenausfuhrkontrolle behandelt wird;