Art. 13. Een beëdigde landmeter-expert plaatst vier palen op de bedrijfsruimte volgens de drie assen van de LAMBERT-coördinaten zodat een topografische opmeting d.m.v. luchtfotogrammetrie kan worden uitgevoerd. Ze steken minimum 20 cm boven de grond uit en hebben een doorsnede van 15 x 15 cm.
Art. 13 - Vier durch einen vereidigten Landmesserexperten gemäss den 3 LAMBERT Koordinatenachsen angebrachte Markzeichen, die den Boden um mindestens 20 Zentimeter überragen und einen Querschnitt von 15x15 cm aufweisen, werden auf dem Gelände angebracht, so dass eine topographische Aufnahme mittels Luftphotogrammetrie ermöglicht wird.