1. De lidstaten voeren, minsten
s voor de invasieve uitheemse soorten die voor de Unie zorgwekkend zijn , binnen 18 maanden nadat de in artikel 4, lid 1, bedoelde lijst is vastgesteld een omvattende
analyse uit van de trajecten waarlangs invasieve uitheemse soorten onopzettelijk zijn geïntroduceerd en verspreid op hun grondgebied en in hun mariene wateren als omschreven in artikel 3, lid 1 van Richtlijn 2008/56/EC, en zij gaan na welke trajecten prioritaire maatregelen vereisen („prioritaire tr
...[+++]ajecten”) vanwege de omvang van de soorten of de omvang van de potentiële schade door de soorten die via die trajecten de Unie binnenkomen.