Als de dader, nadat de waarheid van de uitlating is aangetoond, niet strafbaar zou zijn, kan op dit bewijs overeenkomstig § 29 ook door de eigenaar van het medium als betrokkene (§ 41, lid 6) een beroep worden gedaan (2a) Intrekking is niet toelaatbaar als er sprake was van de weergave van de uitlating van een derde, als bedoeld in § 6, lid 2, punt 4.
Wäre der Täter bei erbrachtem Wahrheitsbeweis nicht strafbar, so steht dieser Beweis nach Maßgabe des § 29 auch dem Medieninhaber als Beteiligtem (§ 41 Abs. 6) offen.