Overwegende dat met artikel 8 B, lid 2, van het EG-Verdrag wordt beoogd dat alle burgers van de Unie, ong
eacht of zij al dan niet onderdaan van de Lid-Staat van verblijf zijn, a
ldaar onder gelijke voorwaarden hun actief en passief kiesrecht bij de verkiezingen voor het Europe
es Parlement kunnen uitoefenen; dat bijgevolg de voorwaarden, met name die betreffende de duur en het bewijs van het verblijf, welke voor niet
-onderdane ...[+++]n gelden, dezelfde moeten zijn als die waaraan in voorkomend geval de onderdanen van de betrokken Lid-Staat zijn onderworpen;