Het voorontwerp van decreet dat voor advies werd voorgelegd aan de afdeling wetgeving van de Raad
van State, bepaalde uitsluitend, wat betreft de voorwaarde met betrekking tot het leren van het Nederlands, dat de huurder of kan
didaat-huurder « de bereidheid [moest] tonen om Nederlands aan te leren », en belastte de Vlaamse Regering met het bepalen van « de nadere regel
s om die bereidheid vast te stellen » (Parl. St., Vlaams Parleme
...[+++]nt, 2005-2006, nr. 824/1, pp. 36-37).
Im Vorentwurf des Dekrets, der der Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates zur Begutachtung unterbreitet wurde, war bezüglich der Bedingung des Erlernens des Niederländischen lediglich vorgesehen, dass der Mieter oder Mietbewerber « die Bereitschaft zeigen [musste], Niederländisch zu lernen », und wurde die Flämische Regierung beauftragt, « die Modalitäten zur Feststellung dieser Bereitschaft festzulegen » (Parl. Dok., Flämisches Parlament, 2005-2006, Nr. 824/1, SS. 36-37).