De bevoegdheden van het tot aanstelling bevoegde gezag moeten, zoals in het huidige rechtskader is voorzien, aan de uitvoerend directeur voorbehouden blijven. Dit stemt overeen met de amendementen op artikel 14, lid 1, letter i, en artikel 14, lid 2.
Die Befugnisse der Anstellungsbehörde sollten - wie im geltenden Rechtsrahmen vorgesehen - beim Exekutivdirektor verbleiben. Dem entsprechen die Änderungen in Art. 14 Abs. 1 Buchstabe (i) sowie Art. 14 Abs. 2.